Alpaca’s – Alpaca’s met hun lange nek zijn misschien wel de bekendste bewoners van de kinderboerderij. Ze zijn er al vanaf het begin en zijn erg leuk om te zien! Gelijk bij het begin in 2014 werd er al een veulentje geboren: veel te vroeg. Een aantal vrijwilligers hebben hem gered door in weer en wind en ook ’s nachts hem de fles te geven. De alpaca’s spugen een enkele keer als ze iets niet fijn vinden. Meestal maken ze dan eerst een soort “hummend” geluid. Wanneer je dat geluid hoort, weet je dat je beter uit de buurt kan blijven. Gelukkig spugen ze niet zulke grote hoeveelheden, maar fijn is het niet.
De oudste bewoner – Pony Gineke is de oudste bewoner van de kinderboerderij: ze is van 2 mei 1992, nou reken dan maar uit hoe oud of ze is.
Zwarte Schapen – Bij de opening heeft de kinderboerderij vijf schapen gekregen: 1 ram en 4 ooitjes. Inmiddels is de kudde al uitgegroeid tot 12 schapen. Het zijn Ouessant schapen; een Frans schapenras dat het kleinste schapenras ter wereld is. Ze zijn heel stoer en vriendelijk.
Wol – Bij de alpaca’s en de schapen gaat het loslaten van de vacht in het voorjaar niet vanzelf en daarom moeten ze geschoren worden. Bij de alpaca’s is dat nog een lastig “klusje”. De alpaca scheerders komen dan met een speciale tafel waar de alpaca’s op neergelegd worden. Gelijkertijd worden dan ook de hoeven bekapt. Geen pretje voor ze, maar gelukkig is het in no-time klaar. Er blijven dan dunne beestjes over in plaats van de wollige dieren.
Bij de schapen is het wel makkelijker om ze te scheren, maar is het altijd uitkijken dat het dunne velletje niet geraakt wordt. Gelukkig is de schaapsscheerder zeer ervaren en gaat het altijd goed.
Geiten en ezels – De kleinere geiten zijn ondeugende dwerggeitjes! De geiten staan bij de twee ezels in de wei: Beppie en Bibi, moeder en dochter. In de winter zijn de twee ezels lekker wollig, maar in de zomer vallen de haren vanzelf uit en hebben ze een mooie korte vacht.
Met de konijnen op stok – De kippen, loopeenden en konijnen lopen los in de boomgaard en hebben een eigen paleis.
Finse Kota – De cavia’s hebben een mooi eigen gebouw: een Finse Kota, waar je rustig kan gaan zitten en ze aaien of bekijken. Cavia’s maken zelf geen vitamine C aan en moeten dit uit het voer halen. Vandaar dat ze dagelijks paprika e.d. krijgen. Je kan altijd bij een van de vrijwilligers vragen of er wat groente klaar ligt voor ze dat je mag geven.
Varkens – Als je van een mooi gazon houdt, zet er dan geen varkens in. Het is altijd wel een beetje een modderbende bij de knorrepotten in de wei. Gelukkig houden ze daar van. Jannus, het bruine kune-kune varken, heeft flinke slagtanden. Daar doet hij gelukkig niets mee, maar het is wel imposant om te zien. Als hij eten krijgt houdt hij zijn bek wagenwijd open zodat de verzorger de brokken rechtstreeks in zijn bek kan gieten!